Autoriteit

door | 22 februari 2019 | ✘ Woordschilder | 0 Reacties

Betekenis

Zelfstandig naamwoord

  1. autoriteit (de ~ | meervoud autoriteiten)
    iem. van erkend gezag
    “de plaatselijke autoriteiten”
    Synoniemen: gezagdragergezagsdragergezagsdragers
  2. autoriteit (de ~ | meervoud autoriteiten)
    iemand met veel specifieke kennis; deskundige; deskundige
    “een autoriteit op het gebied van [iets]”
    Synoniemen: deskundigedeskundoloogexpertspecialist
  3. autoriteit
    de overheid
    “Van de autoriteiten mag er niet meer in de cafés gerookt worden.”
  4. autoriteit
    een persoon met veel kennis op een bepaald gebied
    “Hij is een autoriteit op het gebied van wiskunde.”

Voorbeeldzinnen

  1. Argument uit eerbied, beroep op autoriteit
  2. Triviale zaken zijn niet de zorg van de autoriteit (koning, wet)
  3. AUTORITEIT
  4. Autoriteit
  5. „bevoegde autoriteit”:
  6. Bevoegde autoriteit: …
  7. Aangezochte autoriteit
  8. Toezichthoudende autoriteit
  9. De Autoriteit:
  10. Bevoegde autoriteit

0 reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

error: Inhoud is beschermd !!